Inzicht en wijsheid (Deel 2)
Er is maar één ding dat sterk genoeg is om de kracht van een leugen te breken, en dat is de waarheid. Maar niet ‘gewoon’ de waarheid, want de waarheid zelf kan nutteloos zijn wanneer u het niet begrijpt en niet weet hoe het te gebruiken. Het is dan slechts kennis. Het is als het kijken naar een vuur, vanachter een raam. U kunt het zien, u ziet hoe mensen er warm van worden, maar u kunt het zelf niet voelen. U staat buiten en kijkt naar binnen. Dat is wat pure kennis is. Wanneer u het koud heeft is het niet genoeg te weten dat een vuur u kan verwarmen. Het is niet genoeg om naar een vuur te kijken. U moet dichtbij komen om verwarmd te worden. Velen nemen aan dat kennis voldoende is. Ze voelen zich vrij dit te interpreteren zoals zij dat willen en gaan vervolgens anderen daarnaar oordelen. Het was in dit licht dat Jezus zei:
Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt; want met het oordeel, waarmede gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten worden. Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet? Hoe zult gij dan tot uw broeder zeggen: Laat mij de splinter uit uw oog wegdoen, terwijl, zie, de balk in uw oog is? Huichelaar, doe eerst de balk uit uw oog weg, dan zult gij scherp kunnen zien om de splinter uit het oog van uw broeder weg te doen.
Matteüs 7:1-5
Feitelijk zegt Jezus ons hier dat we nooit moeten oordelen gebaseerd op wat we denken te weten en te begrijpen, gebaseerd op onze eigen inzicht en wijsheid. Wanneer we dat doen zal God onze eigen standaard tegen ons gebruiken. En in die standaard is geen genade. In onze eigen standaard is geen ruimte voor fouten. In onze eigen standaard moet alles in één keer perfect zijn, zonder ruimte om te leren of ontwikkelen. Het is het soort standaard dat slaven maakt en geen zonen. Want wat weten we nu eigenlijk? Paulus sprak hierover in 1 Korinthiërs 13:9-10, toen hij zei: “Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.” Dus wanneer we ons oordeel gaan baseren op wat we denken te weten, baseren we het op iets wat onvolkomen is en uiteindelijk afgedaan zal hebben. Dat is niet echt slim om te doen.
Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet.
Spreuken 3:5
Dit is een heel bekend vers van de Spreuken van Salomo, de zoon van David en koning van Israël. Maar ‘bekend zijn met’ kan er soms ook voor zorgen dat we dingen missen. Het meest belangrijke staat niet vermeld in het tweede deel, maar in de eerste helft. Ik heb het niet alleen over God vertrouwen, maar over Hem vertrouwen met uw hart. Dat gaat veel dieper dan alleen Hem vertrouwen. Het spreekt over het erkennen dat we vanuit onszelf niets weten en dat we Hem echt nodig hebben. Het moment dat we dit realiseren is het moment dat we niet langer op ons eigen inzicht vertrouwen. Maar wanneer we dat wel doen, dan is alle kennis verkwanseld. Jezus sprak hierover in Matteüs 7:6.
Geeft het heilige niet aan de honden en werpt uw paarlen niet voor de zwijnen, opdat zij die niet vertrappen met hun poten en, zich omkerende, u verscheuren.
Jezus kennen betekend dat we weten dat Hij ons nooit zonder oplossing laat. Direct na dit vers verkondigd Hij één van de meest bekende verzen in de Bijbel.
Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden.
Dit is één van mijn meest favoriete verzen in de Bijbel geworden omdat het zo’n krachtige sleutel bevat voor hen die het begrijpen. Het is de sleutel die inzicht en wijsheid toevoegt aan uw kennis. God zal u nooit zomaar inzicht, begrip en wijsheid geven. Hij deelt Zijn geheimen alleen met hen die de juiste houding in hun hart hebben. Ieder woord dat u uitbrengt zal vergeleken worden met wat er in uw hart leeft. Als dat niet overeenkomt, dan gebeurt er niets. U zal dan niet gegeven worden, zult niet vinden en de deur zal niet opengaan. God houd van oprechtheid en haat onoprechtheid. Het bewijs daarvan kunnen we vinden wanneer we weer over Salomo lezen.
God vertelde hem hetzelfde. Vraag wat u wil en het zal u gegeven worden. In plaats van dat hij iets vroeg voor zijn eigen gewin of welzijn, was hij meer bezorgd over het doen van de wil van God, over wat rechtvaardig is in Zijn ogen. Daarom vroeg hij om een wijsheid en kennis. Het feit dat hij dit vroeg in plaats van al het andere, laat alles van zijn hart zien. Dat bleef ook niet onopgemerkt door God.
Toen zeide God tot Salomo: Omdat dit in uw hart geweest is en gij geen rijkdom, schatten of eer gevraagd hebt, noch het leven van uw haters, en zelfs geen lang leven, maar wijsheid en kennis voor u gevraagd hebt, om mijn volk, waarover Ik u koning gemaakt heb, te richten, 12zo zij de wijsheid en de kennis u gegeven; bovendien zal Ik u rijkdom, schatten en eer geven, zoals de koningen vóór u niet gehad hebben en na u niet zullen hebben.
2 Kronieken 1:11-12
De houding van Salomo is precies dezelfde houding die God ook in onze levens wil zien. Wanneer we in God vertrouwen met ons hele hart, erkennende dat we niets vanuit onszelf weten, dan gaan alle deuren naar inzicht en wijsheid voor ons open. Jezus gaf ons de sleutels. Eerst moeten we vragen, dan beginnen te zoeken en dan kloppen. God wil u de antwoorden geven waar u naar op zoek bent, of dit nu het begrijpen van een Bijbelgedeelte is of een antwoord voor een situatie in uw leven. Vraag Hem wat u wil. Ga vervolgens op zoek in het Woord van God. Het ‘kloppen’ betekend dat u niet opgeeft tot u heeft gekregen waar u om vroeg.
Dat waar God naar op zoek is is volharding. Hij wil zien of u het echt wil. Weet dat onze taak alleen is om te vragen, te zoeken en te kloppen. Het is Gods deel om te geven, u te laten vinden en de deur voor u te openen. Gehoorzaamheid, volharding en oprechtheid zijn de sleutels naar inzicht en wijsheid. Het is God Die oordeelt of uw oprechtheid echt is, terwijl Hij uw hart zal doorzoeken, in de hoop om daar hetzelfde te vinden wat Hij uit uw mond hoort. Als dat overeenkomt, dan zal Hij u de verlangens van uw hart geven.
Gebed
Heer, geef me de genade en de gunst om gehoorzaam, doorzettend en oprecht te zijn. Schep in mij een zuiver hart en vernieuw een standvastige geest in mij. Dank U dat U mij niet opgeeft.